Materiaal
1. Boards
Een typisch kenmerk voor een slalomplank is dat ze breder worden naarmate ze meer volume krijgen en ze blijven ook lang breed ten opzichte van andere type boards (zie voorbeeld). Een ander kenmerk zijn de voetbanden die ver naar buiten staan. Slalomplanken zijn daardoor gericht op snelheid en controle. Doordat de voetbanden ver naar buiten staan is dit board niet geschikt voor beginners. Het vergt veel techniek om de capaciteiten van dit board te benutten. Hiernaast een vergelijking tussen een slalomboard en een freewaveboard.
Links ziet u een slalomboard (RRD X-fire 102l 2010) met daarnaast een freewave board (JP freewave 93l 2007).
Op de foto is duidelijk te zien dat de X-fire langer breed blijft ten opzicht van het freewave board. De voetbanden staan bij het slalomboard ook ver naar buiten.
Een voorbeeld van de JP slalom VIII om de specificaties weer te geven. Deze zijn vergelijkbaar tegenover andere merken!
Volume: 96l Lengte: 235cm Breedte: 59cm
Volume: 118l Lengte: 235cm Breedte: 68cm
Volume: 140l Lengte: 235cm Breedte: 84cm1
Hieruit blijkt dat de lengte steeds hetzelfde blijft maar dat de breedte en het volume wijzigt. Hierdoor spreken we hoofdzakelijk nog in volume en breedte. Hoe harder het waait, hoe smaller het board en dus ook minder volume.
Het volume van het board wordt niet enkel berekend op basis van lengte en breedte maar ook de hoogte is hier van toepassing.
Een board met een groter volume is dus automatisch breder waardoor het ook een groter oppervlakte krijgt. Dit oppervlak heeft tot gevolg dat het sneller aanplaneert bij weinig wind en ook blijft planeren wanneer de wind zakt. Ook zal het board makkelijker blijven planeren in de gijp.
Slalomboards met een kleiner volume hebben ronde rails. Zij zijn meer geschikt voor een winkracht die groter is dan 15 knopen of een kleine 5beaufort.
Slalomboards die geschikt zijn voor weinig wind hebben meestal een dikkere achterkant of spiegel. 2 Zij hebben dan ook een groter volume.
Als u twijfelt welk board u zou nemen, neem dan liever een maatje te groot dan te klein. De huidige slalomboards zijn makkelijker handelbaar en beter controleerbaar wanneer u overpowerd bent. Het is beter een maat groter te nemen en goed te planeren dan een maat kleiner te nemen en rond te dobberen terwijl anderen wel kunnen planeren.3 Overpowerd varen wilt zeggen dat u uw slalomset nog maar net onder controle hebt en u eigenlijk met een te groot zeil aan het varen bent.
1 JP-AUSTRALIA, Slalom VIII, internet,http://www.jp-australia.com/2012/SLALOM-VIII.2188.0.html , geraadpleegd 10 maart 2012
2 SQUIRES J., Slalom en speed: deel 1: Materiaal, Surfmagazine, p.63 – 64, internet,http://www.extremesportsmagazien.nl/uploads/media/p62-65_slalom-speed_1.pdf, geraadpleegd 10 maart 2012
3 KUROSH K., Pro slalom secrets: boards, Windsurfermag, internet, http://www.windsurfermag.com/magazine/pro-slalom-windsurfing-first-race-event-tips-kurosh-kiani-angulo-simmer-style/?params=MTd8MTA2fDA%3D , geraadpleegd 10 maart 2012
Links ziet u een slalomboard (RRD X-fire 102l 2010) met daarnaast een freewave board (JP freewave 93l 2007).
Op de foto is duidelijk te zien dat de X-fire langer breed blijft ten opzicht van het freewave board. De voetbanden staan bij het slalomboard ook ver naar buiten.
Een voorbeeld van de JP slalom VIII om de specificaties weer te geven. Deze zijn vergelijkbaar tegenover andere merken!
Volume: 96l Lengte: 235cm Breedte: 59cm
Volume: 118l Lengte: 235cm Breedte: 68cm
Volume: 140l Lengte: 235cm Breedte: 84cm1
Hieruit blijkt dat de lengte steeds hetzelfde blijft maar dat de breedte en het volume wijzigt. Hierdoor spreken we hoofdzakelijk nog in volume en breedte. Hoe harder het waait, hoe smaller het board en dus ook minder volume.
Het volume van het board wordt niet enkel berekend op basis van lengte en breedte maar ook de hoogte is hier van toepassing.
Een board met een groter volume is dus automatisch breder waardoor het ook een groter oppervlakte krijgt. Dit oppervlak heeft tot gevolg dat het sneller aanplaneert bij weinig wind en ook blijft planeren wanneer de wind zakt. Ook zal het board makkelijker blijven planeren in de gijp.
Slalomboards met een kleiner volume hebben ronde rails. Zij zijn meer geschikt voor een winkracht die groter is dan 15 knopen of een kleine 5beaufort.
Slalomboards die geschikt zijn voor weinig wind hebben meestal een dikkere achterkant of spiegel. 2 Zij hebben dan ook een groter volume.
Als u twijfelt welk board u zou nemen, neem dan liever een maatje te groot dan te klein. De huidige slalomboards zijn makkelijker handelbaar en beter controleerbaar wanneer u overpowerd bent. Het is beter een maat groter te nemen en goed te planeren dan een maat kleiner te nemen en rond te dobberen terwijl anderen wel kunnen planeren.3 Overpowerd varen wilt zeggen dat u uw slalomset nog maar net onder controle hebt en u eigenlijk met een te groot zeil aan het varen bent.
1 JP-AUSTRALIA, Slalom VIII, internet,http://www.jp-australia.com/2012/SLALOM-VIII.2188.0.html , geraadpleegd 10 maart 2012
2 SQUIRES J., Slalom en speed: deel 1: Materiaal, Surfmagazine, p.63 – 64, internet,http://www.extremesportsmagazien.nl/uploads/media/p62-65_slalom-speed_1.pdf, geraadpleegd 10 maart 2012
3 KUROSH K., Pro slalom secrets: boards, Windsurfermag, internet, http://www.windsurfermag.com/magazine/pro-slalom-windsurfing-first-race-event-tips-kurosh-kiani-angulo-simmer-style/?params=MTd8MTA2fDA%3D , geraadpleegd 10 maart 2012
2. Vinnen
Een slalomvin is recht waardoor uw board meer lift gaat krijgen en gemakkelijker planneert. Ze zijn ook zeer stijf en niet gemakkelijk plooibaar waardoor u meer snelheid krijgt. Op de foto ziet u twee slalomvinnen namelijk de select SL7 33 cm (onderste) en de select SL7 39 cm (bovenste).
De vin is een belangrijk onderdeel van uw setje. Zonder goede vin zal uw niet de maximale snelheid uit je board halen. 1
Wanneer weet u dat uw vin te klein is of te groot?2
U neemt best een grotere vin wanneer:
Als u een vin kiest, moet u ook kijken naar de vinbox die in uw plank zit.
De meeste slalomplanken zijn uitgerust met tuttlebox, deep-tuttlebox of powerbox.
1 KUROSH K., Pro Slalom secrets: fins, internet, http://www.windsurfermag.com/magazine/pro-slalom-windsurfing-fin-tuning-tips-kurosh-kiani-vector-fins/?params=M3w2Mnww , geraadpleegd 10 maart 2012
2SELECT HYDROFOILS, “Fin selector 2012: speed, slalom and race”, internet, http://www.select-hydrofoils.com/en/selector/, geraadpleegd 11 april 2012
3 SQUIRES J., Slalom en speed: deel 1: Materiaal, Surfmagazine, p.63 – 64, internet, , geraadpleegd 10 maart 2012
De vin is een belangrijk onderdeel van uw setje. Zonder goede vin zal uw niet de maximale snelheid uit je board halen. 1
Wanneer weet u dat uw vin te klein is of te groot?2
U neemt best een grotere vin wanneer:
- uw board moeilijkheden heeft om van richting te veranderen
- u moeilijk aanplaneert
- U vaak spin outs krijgt dit wil zeggen wanneer de spiegel van uw board als het ware wegglijdt. Dit komt hoofdzakelijk doordat u teveel druk uitoefent op uw achterste voet
- u steeds oploeft en moeilijk kan afvallen
- u moeilijk uw gijp kunt inzetten en deze niet kunt controleren.
Als u een vin kiest, moet u ook kijken naar de vinbox die in uw plank zit.
De meeste slalomplanken zijn uitgerust met tuttlebox, deep-tuttlebox of powerbox.
1 KUROSH K., Pro Slalom secrets: fins, internet, http://www.windsurfermag.com/magazine/pro-slalom-windsurfing-fin-tuning-tips-kurosh-kiani-vector-fins/?params=M3w2Mnww , geraadpleegd 10 maart 2012
2SELECT HYDROFOILS, “Fin selector 2012: speed, slalom and race”, internet, http://www.select-hydrofoils.com/en/selector/, geraadpleegd 11 april 2012
3 SQUIRES J., Slalom en speed: deel 1: Materiaal, Surfmagazine, p.63 – 64, internet, , geraadpleegd 10 maart 2012
3. Zeilen
Een slalomzeil typeert zich door de brede mastsleuf, het aantal cambers en het profiel dat dit zeil heeft. Een slalomzeil heeft 3 of 4 cambers met een brede mastsleuf. Een camber is een verlenging van de zeillatten die na elke gijp of overstag roteren. Hierdoor gaat het zeil een bol profiel krijgen in tegenstelling tot zeilen zonder cambers.
Op de bovenste foto ziet u aan de linkerkant een slalomzeil en aan de rechterkant een wavezeil.
Het slalomzeil is aan het onderlijk niet zo ver uitgesneden ten opzichte van een wavezeil. Hierdoor kan het zeil ook aan de onderkant meer wind vangen. Een slalomzeil heeft ook veel bol profiel ten opzichte van een wave zeil. Dit kan u zien aan de foto's aan de linkerkant. Dit bol profiel zorgt ervoor dat het zeil sneller kan gaan. Dit kunnen we verklaren vanuit de aerodynamica. Wanneer de wind in het zeil komt, gaat deze door de bolling van het zeil aan de achterkant samen gedrukt worden waardoor de lucht sneller gaat en hierdoor ontstaat er een lagere druk. Aan de voorkant van het zeil krijgt de wind meer plaats waardoor de lucht trager gaat. Hier ontstaat dus een hogere druk. Aan de ene kant ontstaat dus een overdruk en aan de andere kant een onderdruk. De wind gaat hierdoor duwen en trekken op hetzelfde moment. Op zeilen zonder cambers geldt dit principe ook maar omdat deze minder bolling heeft is het effect ook minder waardoor een zeil zonder cambers trager gaat dan een slalomzeil. Dit principe wordt afgeleid uit de continuïteitsvergelijking. 1 1 GIANCOLI, Physics for scientists & engineers with modern fhysics, Pearson International Edition, Edinburgh Gate Harlow, vierde druk, 2009, 1302p. |
4. Masten
De mast is een zeer belangrijk onderdeel om het zeil goed te laten werken! Het is dus zeer belangrijk om met een aantal aspecten rekening te houden.
Op het zeil staan reeds een aantal specificaties zoals de afmetingen van de “luff” of de lengte die de mast moet hebben. (Foto: gegevens North ram f10 7.0) Als je kijkt op deze foto zie je dat dit zeil een mast nodig heeft van 460cm lang. Een 460 mast zoals ze zeggen. Als je deze gegevens hebt, kan je naar de volgende stap gaan kijken namelijk de dikte van de mast. |
4.1 RDM versus SDM
SDM staat voor Standard Diameter Mast. Deze masten hebben de normale dikte.
RDM staat voor Reduced Diameter Mast. Deze masten zijn dunner als SDM masten. De dikte van de mastrand is dikker omdat ze dezelfde stevigheid moeten geven waardoor ze compacter en dus ook steviger zijn wat resulteert in minder gebroken masten.
Door de smallere diameter voelt het zeil lichter aan. Het wordt dus hoofdzakelijk gebruikt in wave en freestyle. 1
De SDM masten worden hoofdzakelijk gebruikt in slalomzeilen omdat ze veel meer power geven dan een RDM mast. Er zijn wel zeilen die op RDM masten varen maar dit zijn wel vaker de kleinere maten. Als u downwind gaat of u vaart in stevige condities kan een RDM mast er wel voor zorgen dat uw zeil lichter aanvoelt.
Controleer wel of uw cambers kunnen overslaan op een RDM-mast.
Twee voorbeelden van zeilen die werken met RDM mast is the loft racing blade2 en the gun sails mega XS 5.03
1 WINDSURFING GUIDE, rdm versus sdm masts, internet, http://www.windsurfing-guide.com/rdm-versus-sdm-masts.html ,geraadpleegd 30 januari 2012
2 LOFT SAILS, Loft racing blade, internet,http://www.loftsails.com/2012/produits/blade/ , geraadpleegd 30 januari 2012
3 GUN SAILS, Mega XS 2012, internet, http://www.gunsails.de/en/pro.php?p=1581, geraadpleegd 30 januari 2012
RDM staat voor Reduced Diameter Mast. Deze masten zijn dunner als SDM masten. De dikte van de mastrand is dikker omdat ze dezelfde stevigheid moeten geven waardoor ze compacter en dus ook steviger zijn wat resulteert in minder gebroken masten.
Door de smallere diameter voelt het zeil lichter aan. Het wordt dus hoofdzakelijk gebruikt in wave en freestyle. 1
De SDM masten worden hoofdzakelijk gebruikt in slalomzeilen omdat ze veel meer power geven dan een RDM mast. Er zijn wel zeilen die op RDM masten varen maar dit zijn wel vaker de kleinere maten. Als u downwind gaat of u vaart in stevige condities kan een RDM mast er wel voor zorgen dat uw zeil lichter aanvoelt.
Controleer wel of uw cambers kunnen overslaan op een RDM-mast.
Twee voorbeelden van zeilen die werken met RDM mast is the loft racing blade2 en the gun sails mega XS 5.03
1 WINDSURFING GUIDE, rdm versus sdm masts, internet, http://www.windsurfing-guide.com/rdm-versus-sdm-masts.html ,geraadpleegd 30 januari 2012
2 LOFT SAILS, Loft racing blade, internet,http://www.loftsails.com/2012/produits/blade/ , geraadpleegd 30 januari 2012
3 GUN SAILS, Mega XS 2012, internet, http://www.gunsails.de/en/pro.php?p=1581, geraadpleegd 30 januari 2012
4.2 De curve van een mast
Er zijn 3 soorten: Hard top, constant curve en flex top. Wanneer u een gewicht van 30 kg aan het midden van een mast hangt ziet u de volgende afwijkingen. Hardtop (blauw) heeft een kleinere afwijking bovenaan ten opzichte van de constant curve (geel) en flex top (rood). Flex top zal de meeste afwijking vertonen aan de bovenkant van de mast.
(afbeelding 1)
1UNIFIBER, Mast-selector, internet, http://www.unifiber.net/2011/mast-selector , geraadpleegd 10 december 2011
Het is zeer belangrijk om de juiste mast in het zeil te steken want bijvoorbeeld een zeil met een constant curve werkt niet of minder goed als er een mast met flex top inzit. Het kan dan zijn dat de cambers niet overslaan of dat het zeil power verliest en niet goed aanvoelt.
Het beste is nog altijd om de “recommended mast” van het zeil in het zeil te steken maar deze zijn vaak heel duur. Unifiber heeft daarom een goede tool ontworpen (zie onderstaande link) om andere masten in het zeil te steken.
Hier moet je gaan kijken naar het merk. Ik neem hier als voorbeeld terug de north ram 7.0.
Dit zeil is dus van merk “north sails” en heeft een SDM mast. Als we gaan kijken op de tool selector zien we dat north sails SDM zich aan de linkerkant in het deel van constant curve bevindt. We kunnen dus ook nog de masten van Gun Sails gebruiken. Deze komen perfect overeen. Ook de masten van volgende merken kunnen nog gebruikt worden: Aerotech, Ezzy sails, KA Sails, Loft Sails, Point 7 en Sailworks,
Unifiber en Reptile masts maken voor elke curve een mast dus als je een north sails zeil hebt kan je ook de constant curve mast van Unifiber of Reptile mast nemen. Als je een neilpryde zeil hebt, neem je dan een mast met flex top.
Link unifiber tool: http://www.unifiber.net/2011/mast-selector
(afbeelding 1)
1UNIFIBER, Mast-selector, internet, http://www.unifiber.net/2011/mast-selector , geraadpleegd 10 december 2011
Het is zeer belangrijk om de juiste mast in het zeil te steken want bijvoorbeeld een zeil met een constant curve werkt niet of minder goed als er een mast met flex top inzit. Het kan dan zijn dat de cambers niet overslaan of dat het zeil power verliest en niet goed aanvoelt.
Het beste is nog altijd om de “recommended mast” van het zeil in het zeil te steken maar deze zijn vaak heel duur. Unifiber heeft daarom een goede tool ontworpen (zie onderstaande link) om andere masten in het zeil te steken.
Hier moet je gaan kijken naar het merk. Ik neem hier als voorbeeld terug de north ram 7.0.
Dit zeil is dus van merk “north sails” en heeft een SDM mast. Als we gaan kijken op de tool selector zien we dat north sails SDM zich aan de linkerkant in het deel van constant curve bevindt. We kunnen dus ook nog de masten van Gun Sails gebruiken. Deze komen perfect overeen. Ook de masten van volgende merken kunnen nog gebruikt worden: Aerotech, Ezzy sails, KA Sails, Loft Sails, Point 7 en Sailworks,
Unifiber en Reptile masts maken voor elke curve een mast dus als je een north sails zeil hebt kan je ook de constant curve mast van Unifiber of Reptile mast nemen. Als je een neilpryde zeil hebt, neem je dan een mast met flex top.
Link unifiber tool: http://www.unifiber.net/2011/mast-selector
4.3 IMCS
IMCS staat voor Indexed Mast Check System.
Dit is een indicatie voor de stijfheid en flex van de mast. Hoe hoger het getal, hoe hoger de stijfheid van de mast. Tegenwoordig gaat dit ook mee met de lengte van de mast. Een 430 mast heeft steeds een IMCS van 21 terwijl een 490 mast een IMCS heeft van 28. Dus hoe langer de mast, hoe hoger de IMCS. 1
1WILLY B18, Masten, http://willyb18.webs.com/infomasten.htm, geraadpleegd 13 april 2012
Dit is een indicatie voor de stijfheid en flex van de mast. Hoe hoger het getal, hoe hoger de stijfheid van de mast. Tegenwoordig gaat dit ook mee met de lengte van de mast. Een 430 mast heeft steeds een IMCS van 21 terwijl een 490 mast een IMCS heeft van 28. Dus hoe langer de mast, hoe hoger de IMCS. 1
1WILLY B18, Masten, http://willyb18.webs.com/infomasten.htm, geraadpleegd 13 april 2012
4.4 Carbonpercentage
Een mast heeft ook een bepaald percentage carbon.
Dit percentage heeft een invloed op de flex van het zeil. De meeste slalomzeilen hebben een 100% mast als “recommended” of aangeraden mast. Dit komt doordat ze sneller reageren omdat de mast zeer stijf is. Een stijve mast wil sneller terug naar zijn oorspronkelijke staat waardoor een actie sneller een reactie van het zeil gaat uitlokken. Dit resulteert in een hogere snelheid. Het nadeel is dat het zeil zwaarder aanvoelt. Het pompen zal ook zwaarder zijn met een stijvere mast.
Een mast die iets minder stijf is gaat een grotere flex hebben en gaat dus trager naar zijn oorspronkelijke positie. Hierdoor voelt het zeil lichter aan en wordt pompen lichter. Echter licht de eindsnelheid iets lager.
Carbon is ook fragiel en kost zeer veel. Een 75% mast of eventueel een mast met 60% carbon is dus ook nog te gebruiken. Een lager percentage carbon is niet aan te raden!
Dit percentage heeft een invloed op de flex van het zeil. De meeste slalomzeilen hebben een 100% mast als “recommended” of aangeraden mast. Dit komt doordat ze sneller reageren omdat de mast zeer stijf is. Een stijve mast wil sneller terug naar zijn oorspronkelijke staat waardoor een actie sneller een reactie van het zeil gaat uitlokken. Dit resulteert in een hogere snelheid. Het nadeel is dat het zeil zwaarder aanvoelt. Het pompen zal ook zwaarder zijn met een stijvere mast.
Een mast die iets minder stijf is gaat een grotere flex hebben en gaat dus trager naar zijn oorspronkelijke positie. Hierdoor voelt het zeil lichter aan en wordt pompen lichter. Echter licht de eindsnelheid iets lager.
Carbon is ook fragiel en kost zeer veel. Een 75% mast of eventueel een mast met 60% carbon is dus ook nog te gebruiken. Een lager percentage carbon is niet aan te raden!
4.5 Aflezen specificaties op de mast
5. Gieken
5.1 Bendcurve
De juiste bendcurve gebruiken bij slalom is belangrijk want we kunnen een onderscheid maken tussen gieken die gebruikt worden voor race, slalom en wave.
Hoe groter de giek, hoe meer de bendcurve gaat afgesteld zijn op slalom en race. Prolimit noemt dit ook UIC of unique individuel bendcurve. Slalom en race gieken hebben een breder einde waardoor het drukpunt meer naar achter komt te liggen. Hierdoor kan u uw zeil beter dicht houden. Het wordt ook wel de racing bend curve genoemd. Een wave giek heeft dus een smaller einde en is breder vooraan waardoor het drukpunt ook meer vooraan ligt. Dit wordt ook new school genoemd. 1 1PROLIMIT, Boom Technology, internet, http://www.prolimit.com/boom-technology/, geraadpleegd 21 mei 2012 Rood: wave curve Oranje: Slalom curve Geel: Slalom/race curve Groen: Race XL curve |
5.2 Materiaal
Er zijn verschillende soorten materialen op de markt zoals carbon, hybride carbon/alu T8, alu T8 en alu T6.
Een giek gemaakt uit aluminium T6, of ook wel alu T6 en alloy T6 (Engelse benaming) genoemd, is de meest flexibele giek. Tijdens het varen gaat de giek meer buigen door de krachten die er in werken. Dit willen we in slalom zoveel mogelijk beperken want een grotere flex geeft een verlies aan kracht!
Een giek gemaakt uit aluminium T8, of ook wel alu T8 en alloy T8 (Engelse benaming) genoemd, is stijver dan een giek gemaakt uit alu T6 en is dus al beter om slalom mee te varen dan de alu T6. Nog beter en stijver zijn de hybride gieken die zowel uit carbon als alu T8 bestaan. Het beste is uiteraard om een carbon giek te gebruiken. Deze is zeer stijf waardoor de kracht maximaal kan overgezet worden in snelheid. Het nadeel is wel dat de prijzen zeer snel de hoogte in lopen!1
Een benaming die u ook vaak zult tegenkomen is “monocoque”.
Monocoque gieken zijn gieken die uit één stuk bestaan. Dit geeft als voordeel dat ze veel steviger zijn. 2
1GAASTRA, Gaastra catalog p. 44-45, internet, http://pdf.nauticexpo.com/pdf/gaastra-windsurfing/gaastra-catalog-2011/21954-22479-_44.html, geraadpleegd 21 mei 2012
2NEILPRYDE, Booms, internet, http://www.neilpryde.com/rigs/boom/booms.html, geraadpleegd 21 mei 2012
Een giek gemaakt uit aluminium T6, of ook wel alu T6 en alloy T6 (Engelse benaming) genoemd, is de meest flexibele giek. Tijdens het varen gaat de giek meer buigen door de krachten die er in werken. Dit willen we in slalom zoveel mogelijk beperken want een grotere flex geeft een verlies aan kracht!
Een giek gemaakt uit aluminium T8, of ook wel alu T8 en alloy T8 (Engelse benaming) genoemd, is stijver dan een giek gemaakt uit alu T6 en is dus al beter om slalom mee te varen dan de alu T6. Nog beter en stijver zijn de hybride gieken die zowel uit carbon als alu T8 bestaan. Het beste is uiteraard om een carbon giek te gebruiken. Deze is zeer stijf waardoor de kracht maximaal kan overgezet worden in snelheid. Het nadeel is wel dat de prijzen zeer snel de hoogte in lopen!1
Een benaming die u ook vaak zult tegenkomen is “monocoque”.
Monocoque gieken zijn gieken die uit één stuk bestaan. Dit geeft als voordeel dat ze veel steviger zijn. 2
1GAASTRA, Gaastra catalog p. 44-45, internet, http://pdf.nauticexpo.com/pdf/gaastra-windsurfing/gaastra-catalog-2011/21954-22479-_44.html, geraadpleegd 21 mei 2012
2NEILPRYDE, Booms, internet, http://www.neilpryde.com/rigs/boom/booms.html, geraadpleegd 21 mei 2012
5.3 Trimsysteem
Een trimsysteem aan u uithaler wordt vaak gebruikt in slalom. Het heeft als voordeel dat u het zeil een boller kan zetten als de wind wat wegvalt en vlakker kan trekken wanneer de wind aanwakkert zonder dat u daarvoor naar de kant moet.
Een voorwaarde om het te installeren is dat u een breed uiteinde nodig heeft.
Een voorwaarde om het te installeren is dat u een breed uiteinde nodig heeft.
6. Overige
6.1 Mastvoet
Met een mastvoet kan u niet veel verkeerd doen.
Zorg alleen dat de mastvoet in de mastverlenger past.
Vervang deze wel elk jaar of wanneer het tussenstuk barsten begint te vertonen.
Zo voorkomt u dat uw mastvoet breekt tijdens het surfen!
Zorg alleen dat de mastvoet in de mastverlenger past.
Vervang deze wel elk jaar of wanneer het tussenstuk barsten begint te vertonen.
Zo voorkomt u dat uw mastvoet breekt tijdens het surfen!
6.2 Mastverlenger
Hier hebt u, net zoals bij de masten en de gieken, zowel carbonverlengers als aluminiumverlengers. Ook hier hebben de carbonverlengers een hogere performance dan de aluminiumverlengers maar een aluminiumverlenger kan zeker op een slalomzeil gebruikt worden!
Gebruik wel als neerhaler formuline touw. Dit touw is steviger dan het klassieke touw en u zult merken dat u uw zeil veel vlotter kan aantrekken!
Gebruik wel als neerhaler formuline touw. Dit touw is steviger dan het klassieke touw en u zult merken dat u uw zeil veel vlotter kan aantrekken!
7. Keuze materiaal in functie van de condities
De keuze van de plank en vooral ook het zeil is vaak moeilijk wanneer u aankomt op een spot. Het is namelijk meestal niet zo dat u een slalomzeil op twee minuten heeft gewisseld. Het is dan ook belangrijk om de juiste keuze te maken bij het begin van een surftraining. U moet hierbij met een aantal dingen rekening houden zoals uw eigen lichaamsgewicht, uw niveau en vooral de conditie.
Een voorbeeld van gewicht:
Wanneer u ziet dat een man van 95 kg een 8.5m² zeil opsteekt en u weeg zelf maar 60 kg neem dan zeker geen 8.5m² maar eerder een 7.0m².
Tip waarmee u rekening moet houden als u kijkt naar de condities:
Wanneer u tegen de wind in kijkt, ziet u meer golven en lijkt er meer wind te staan dan dat er eigenlijk is. Omgekeerd, wanneer u met de wind meekijkt, ziet u minder golven en staat er meer dan u eigenlijk denkt!
Het ideale is dat u een eigen windmeter heeft. Die geeft u een accuraat beeld van de wind en van de windvlagen. Let wel op: meestal staat er op de kant net iets minder wind dan op het water!
Hieronder (pdf file) geef ik een tabel voor de lichtere gewichten (55 kg – 75 kg) en voor de "zwaardere" gewichten (+75kg) of powertypes. Let op, deze tabel is slechts een indicatie! Naargelang u niveau, kan dit verschillen! Er wordt hier ook vanuit gegaan dat u drie boards heeft. 1
TIP: Schijf na elke sessie op welke condities er waren en met welk board en zeil u hebt gevaren. Zo wordt het in de toekomst makkelijker om het juiste board en zeil te kiezen.
1JP-AUSTRALIA, Slalom VIII, internet, http://www.jp-australia.com/2012/SLALOM-VIII.2188.0.html, geraadpleegd 3 mei 2012
FANATIC INTERNATIONAL, Falcon, internet, http://www.fanatic.com/content/products/windsurfboards/falcon_slalom_2012/index_eng.html, geraadpleegd 3 mei 2012
SELECT-HYDROFOILS, Fin selector, internet, www.select-hydrofoils.com/en/selector/speed-slalom-race/ , geraadpleegd 3 mei 2012
Een voorbeeld van gewicht:
Wanneer u ziet dat een man van 95 kg een 8.5m² zeil opsteekt en u weeg zelf maar 60 kg neem dan zeker geen 8.5m² maar eerder een 7.0m².
Tip waarmee u rekening moet houden als u kijkt naar de condities:
Wanneer u tegen de wind in kijkt, ziet u meer golven en lijkt er meer wind te staan dan dat er eigenlijk is. Omgekeerd, wanneer u met de wind meekijkt, ziet u minder golven en staat er meer dan u eigenlijk denkt!
Het ideale is dat u een eigen windmeter heeft. Die geeft u een accuraat beeld van de wind en van de windvlagen. Let wel op: meestal staat er op de kant net iets minder wind dan op het water!
Hieronder (pdf file) geef ik een tabel voor de lichtere gewichten (55 kg – 75 kg) en voor de "zwaardere" gewichten (+75kg) of powertypes. Let op, deze tabel is slechts een indicatie! Naargelang u niveau, kan dit verschillen! Er wordt hier ook vanuit gegaan dat u drie boards heeft. 1
TIP: Schijf na elke sessie op welke condities er waren en met welk board en zeil u hebt gevaren. Zo wordt het in de toekomst makkelijker om het juiste board en zeil te kiezen.
1JP-AUSTRALIA, Slalom VIII, internet, http://www.jp-australia.com/2012/SLALOM-VIII.2188.0.html, geraadpleegd 3 mei 2012
FANATIC INTERNATIONAL, Falcon, internet, http://www.fanatic.com/content/products/windsurfboards/falcon_slalom_2012/index_eng.html, geraadpleegd 3 mei 2012
SELECT-HYDROFOILS, Fin selector, internet, www.select-hydrofoils.com/en/selector/speed-slalom-race/ , geraadpleegd 3 mei 2012
keuze_materiaal_ifv_condities.pdf | |
File Size: | 15 kb |
File Type: |
8. Optuigen en trimmen van board en zeil
Een slalomzeil tuigt u anders op dan een zeil zonder cambers. Veel surfers die nog nooit met een slalomzeil hebben gevaren weten niet hoe ze dit moeten optuigen. Daarom geef ik u hieronder een eenvoudige handleiding.
Tevens kan u een slalomzeil en board trimmen in functie van de condities.
Tevens kan u een slalomzeil en board trimmen in functie van de condities.
8.1 Optuigen van het zeil
2. Schuif de mast in elkaar en zorg dat deze in elkaar blijft. Tip: Plak eventueel tape rond beide mastdelen. Hierdoor blijft de mast zeker bij elkaar en komt er geen zand in de mast waardoor u voorkomt dat de mast vast zit bij het aftuigen. 3. Schuif de mast volledig in de mastsleuf.Controleer of de mast nog volledig in elkaar zit en of hij bovenaan volledig tot aan de top in de mastsleuf zit. --> Voorkomt mastbreuk 4. Steek de mastverlenger op de juiste lengte in de mast. 5. Trek de neerhaler aan totdat de mast op 5 cm van het uiterste van de mastsleuf is verwijderd ter hoogte van de giek. Zorg ervoor dat de touwen niet of zo weinig mogelijk gekruist zijn. 6. Plaats de giek op de mast en trek de uithaler volledig aan! 7. Laat de spanning aan de neerhaler terug los. Wanneer u dit niet doet, kan u nooit de cambers om de mast plaatsen! 8. Plaats de cambers op de mast. Begin met de middenste cambers en doe daarna de buitenste cambers. De middenste cambers zijn overwegend groter en blijven er makkelijker op dan de buitenste cambers. Duw ter hoogte van het begin van de zeillat, het zeil naar beneden. Langs de achterkant kan u de camber omhoog duwen. 9. Uw zeil zal er op de volgende manier uitzien. Hierna trekt u weer de neerhaler aan. 10. De uithaler hangt nu los. Deze moet u terug aantrekken tot het zeil de giek net niet raakt. 11. Wat nu nog rest zijn de details.
|
Installatie trimsysteem
Een trimsysteem aan de uithaler wordt vaak gebruikt in slalom. Hieronder geef ik een handleiding om dit te installeren.
Een trimsysteem aan de uithaler wordt vaak gebruikt in slalom. Hieronder geef ik een handleiding om dit te installeren.
1. U plaatst het trimsysteem op de giek. U kunt zelf kiezen waar u dit zet maar u moet er makkelijk aan kunnen met uw hand en het mag ook niet in de weg staan om uw hand te plaatsen tijdens het varen.
Een indicatie is 50 cm achter de trapezetouwen. 2. U steekt het touw door de voorziene openingen. 3. U plaatst de klem boven het touw en sluit het trimsysteem af door het vast te vijzen. Zorg dat de klem naar de giekkop wijst en dus weg van de schoothoek. Op deze foto's bevindt de giekkop zich aan de linkerkant. 4. Steek het touw door het rolletje en ga dan terug naar de klem en zet het touw vast. Doe deze 4 stappen langs beide kanten! 5. Maak een tweede touw vast aan het rolletje. Op deze foto is er een paalsteek gemaakt gevolgd door een stopknoop. Hierdoor zit het touw goed vast maar kan het ook weer makkelijk los gemaakt worden eens de spanning van het touw is. Het witte touw gaat naar het uiteinde van de giek. 6.Zet de giek op de mast. Ga met het touw door het onderste rolletje van de giek van onder naar boven. (indien het knoopje aan de onderkant is) Ga dan naar de schoothoek. Ga met het touw hier ook van onder naar boven. Dan gaat u terug naar de giek en neemt het bovenste rolletje van onder naar boven. Daarna herhaalt u met het uiteinde van het touw stap 5. |
Hoe weet u of uw zeil goed is opgetuigd?
Duw op uw mastvoet het zeil omhoog.
Uw zeil moet als het waren open vallen na de derde zeillat.
Op de onderste 3 zeillatten moet een goeie spanning staan. De volgende zeillatten moeten dan weer los staan en op de laatste zeillat moet terug wat meer spanning staan.
De onderste 3 cambers moeten goed onder spanning staan en de bovenste moet los staan. Deze zorgt ervoor dat het zeil makkelijker kan roteren.
Het openvallen van het zeil noemen ze ook wel de twist in het zeil. 1
Aan de onderkant van het zeil is er een goede spanning. De bovenkant van het zeil gaat meer open staan naargelang de hoeveelheid wint. Doordat de wind aan de onderkant anders stroomt dan langs de bovenkant ontstaan er luchtwervelingen. Hierdoor kan u dus ook harder gaan!
Controleer aan wal ook of uw cambers goed overslaan. Wanneer deze niet goed overslaan moet u meer spanning op de neerhaler zetten of minder spanning op de uithaler.
1VAN BERLOO J., Training wwt 26/5/2012
Duw op uw mastvoet het zeil omhoog.
Uw zeil moet als het waren open vallen na de derde zeillat.
Op de onderste 3 zeillatten moet een goeie spanning staan. De volgende zeillatten moeten dan weer los staan en op de laatste zeillat moet terug wat meer spanning staan.
De onderste 3 cambers moeten goed onder spanning staan en de bovenste moet los staan. Deze zorgt ervoor dat het zeil makkelijker kan roteren.
Het openvallen van het zeil noemen ze ook wel de twist in het zeil. 1
Aan de onderkant van het zeil is er een goede spanning. De bovenkant van het zeil gaat meer open staan naargelang de hoeveelheid wint. Doordat de wind aan de onderkant anders stroomt dan langs de bovenkant ontstaan er luchtwervelingen. Hierdoor kan u dus ook harder gaan!
Controleer aan wal ook of uw cambers goed overslaan. Wanneer deze niet goed overslaan moet u meer spanning op de neerhaler zetten of minder spanning op de uithaler.
1VAN BERLOO J., Training wwt 26/5/2012
8.2 Trimmen
Het zeil juist trimmen is zeer belangrijk om een goede prestatie te leveren.
Doe het trimmen geleidelijk aan. Verander slecht één ding tegelijkertijd zodat u weet of de verandering effect heeft gehad!
Doe het trimmen geleidelijk aan. Verander slecht één ding tegelijkertijd zodat u weet of de verandering effect heeft gehad!
Algemene principes:
|
De meest voorkomende problemen en hun oplossingen: 1
A. Te veel druk op achterste hand
B. Te veel druk op voorste hand.
C. Zwaar zeil
D. Onstabiel zeil
E. Te veel druk op uw achterste voet
D. Veel spin-outs
E. De neus van het board stijgt op versus board blijft aan het water plakken
F. 'Close the gap' lukt niet!
1COBUS WINDSURFWORLD, Trim en techniek, internet, http://www.cobuswindsurfworld.com/wedstrijdtips/trim-en-techniek.html, geraadpleegd 3 mei 2012
WILLY B18, Masten, http://willyb18.webs.com/tips.htm, geraadpleegd 3 mei 2012
A. Te veel druk op achterste hand
- Trapezelijnen 2cm naar achter.
- Grotere spanning op de neerhaler.
B. Te veel druk op voorste hand.
- Trapezelijnen 2cm naar voor.
- Grotere spanning op de neerhaler
C. Zwaar zeil
- Grotere spanning op de neerhaler.
D. Onstabiel zeil
- Minder neerhaler.
- Meer spanning op de tackstrap
- Meer spanning op de onderste 4 zeillatten.
E. Te veel druk op uw achterste voet
- Zet uw giek 5cm lager.
- Langere trapezelijnen
- Mastvoet 2cm naar voor
D. Veel spin-outs
- Mastvoet 2cm naar voor
- Voetbanden verplaatsen naar voor
- Langere vin
E. De neus van het board stijgt op versus board blijft aan het water plakken
- Mastvoet 2cm naar voor versus mastvoet 2cm naar achter.
- Verlaag de giek versus verhoog de giek
- Kortere vin versus langere vin
F. 'Close the gap' lukt niet!
- Mastvoet 2cm naar voor.
- Giek verlagen
1COBUS WINDSURFWORLD, Trim en techniek, internet, http://www.cobuswindsurfworld.com/wedstrijdtips/trim-en-techniek.html, geraadpleegd 3 mei 2012
WILLY B18, Masten, http://willyb18.webs.com/tips.htm, geraadpleegd 3 mei 2012